Rozengeur
Het zwembad was rustig.
Rimpelloos water.
Ik gleed door het water, genoot en mijmerde lekker.
Vanuit mijn ooghoek zag ik een kaper op de kust, een man met een mat borsthaar waar ze in de Arena jaloers op zouden zijn.
Kennelijk voedde hij zijn mat met een rooshoudend pocongoedje:
met elke slag die hij door het water deed vermengde zijn geur zich met het water.
Soms gaat het leven niet over rozen.