Derde Dag van de Dialoog: Werk(t)
Woensdag 21 december, alweer de derde Dag van de Dialoog.
Na de eerste en de tweede, was ook de derde weer een groot succes.
Aan zo’n 120 tafels werd heftig gedialogiseerd (het fenomeen levert zelfs een nieuw werkwoord op), dit keer onder het motto: Amsterdam Werkt: over stages, vrijwilligerswerk het klimaat van de Amsterdamse arbeidsmarkt.
Dit thema was speciaal door de organisatie gekozen omdat bij de vorige dag van de dialoog de jongeren die aan tafel zaten, steeds maar weer aangaven dat dat een heel belangrijk thema was en een sleutel tot succes voor betrokkenheid van de Amsterdamse jongeren bij onze samenleving.
Ik deed vandaag mee aan twee tafels:
de eerste op uitnodiging bij het Nova College en dus buiten mijn eigen stadsdeel, georganiseerd door de leerlingen Houda en Ouaffa, die ik ondertussen als sinds de eerste oefenbijeenkomst voor de dag van de dialoog ken.
Zij hadden hele leuke tafels samengesteld met de directeur van een basisschool, iemand van het Kenniscentrum voor Handel, hun eigen directeur, een aantal leerlingen en nog andere gasten.
de tweede binnen ons eigen stadsdeelkantoor.
De eerste dialoog ging goed, wel had ik het idee dat er in het gesprek steeds sprake was van twee “bijna mantra’s” de ene de jongeren hebben te hoge verwachtingen, verwachten gemakkelijke rijkdom en zijn niet echt te porren voor stages bij bedrijven die ze niet leuk of te min vinden en de andere als wij stages zoeken worden we toch afgewezen zeker als we allochtoon zijn. Allebei zijn (soms/vaak) waar, maar als de een in het ene en de ander in het andere “mantra” blijft geloven, gaan we het met elkaar niet oplossen.
Zowel het imago van de stagezoekende jongere als het imago van de stage aanbieders, moet dus verbeteren zonder de realiteit uit het oog te verliezen.
Dat zal niet zomaar gaan, daar zal een stevige campagne opgezet moeten worden: als jij denkt dat je toch geen stage krijgt, is je uitstraling tijdens de sollicitatie vast ook niet optimaal en maak je je eigen angstbeeld makkelijker waar. Maar als het ontvangende bedrijf denkt dat jij toch niet wil, kijkt de aanbieder ook niet goed genoeg.
Simpele maar keiharde tips als: haal je Ipod voor de sollicitatie uit je oor, kijk naar hoe je gekleed bent en vraag niet meteen om wat te drinken, horen bij de standaard uitrusting van de stagezoekende scholier, hoe lullig deze tips ook klinken.
Probeer de scholier te helpen aan een plek waar hij/zij vanuit waar de leerling staat daadwerkelijk iets nuttigs kan leren, is een goede andere tip voor de aanbieders.
De tweede tafel was in ons eigen stadsdeelkantoor met een aantal ambtenaren, een van onze stagiares en twee mensen van de Dienst Stadstoezicht, een hele andere setting.
Ik ben blij dat ons initiatief om niet alleen buiten in de wijk, maar ook binnen de stadsdeelorganisatie de dag van de dialoog te laten leven, ook echt gelukt is.
Een van de meest opvallende dingen aan deze discussie,zoals een van de aanwezige ambtenaren terecht opmerkte, was de ongelovelijke trots waarmee de mensen van de Dienst Stadstoezicht over hun baan als buurtconcierge praatten en hoe ze aan de hand daarvan ook precies duidelijk maakten hoe belangrijk werk, het enthousiast zijn over je werk, het willen helpen van anderen met je werk zijn om jezelf goed, trots en tevreden te voelen.
Hun visie op werk en hun eigen invulling daarvan was enorm inspirerend en liet ons met enthousiasme achter.
“Werk, al is het een ID baan, is zo belangrijk voor je gevoel van eigenwaarde, wij helpen mensen, voorkomen escalatie zijn de oren en ogen van de wijk, kennen mensen en het is als met je eigen huiskamer, je wilt het graag een beetje netjes houden”.”Als ik ga solliciteren, denk ik dat ik de baan kan krijgen.
Ik weet dat ik het als allochtoon twee keer zo goed moet doen (waar hoorde ik dit eerder, alleen toen ging het om vrouwen), maar dat kan ik ook. Ik weet dat er werkgevers zijn die kijken naar je huidskleur, maar uiteindelijk zoeken ze toch naar mensen om hun kwaliteiten en als ik die kwaliteiten heb…..”
Na drie keer denk ik weer opnieuw: deze gesprekken leveren zoveel energie en goede vervolginitiatieven op dat het helemaal niet gek is dat ik er elke keer zo van geniet en stiekum ook steeds weer een beetje trotser wordt op hoe we het in Amsterdam met elkaar doen.