FAQ bij vertrek als bestuurder
Het moest er toch maar eens van komen.
Ik heb geen verklaring afgegeven bij mijn besluit om de volgende periode niet terug te komen als bestuurder.
Natuurlijk al wel lang geleden bij de kandidatencommissie, natuurlijk ook bij mijn “collega”DB ers, op de ledenvergadering van GroenLinks en verder aan iedereen die het vraagt (en dat zijn er veel, zo’n veertig per dag, waarmee ik tegenwoordig elke dag bezig ben met mijn afscheid terwijl ikzelf de illusie had gewoon nog aan het werk te zijn).
Uit de vragen die mensen stellen en uit reacties op mijn weblog blijkt dat vertrek vele vragen en onduidelijkheden oproept en dus, antwoord op de meest voorkomende vragen:
FAQ 1: Waarom ga je weg?
Ik heb besloten te stoppen omdat ik nu al drie periodes actief ben ik de Oud-West politiek: Eerst als raadslid en fractievoorzitter, toen als portefeuillehouder en daarna als Stadsdeelvoorzitter.
Welliswaar drie keer anders en steeds weer boeiender, maar drie keer drie is toch 12 jaar in dit geval.
Ik vind dat er binnen de politiek regelmatig ruimte voor vernieuwing moet zijn, nieuwe mensen met een ander insteek en een heel nieuw enthousiasme om wensen voor elkaar te krijgen.
Per definitie een tijdelijke baan waarin je de neiging tot pluche kleven en gewend raken aan macht moet voorkomen, danwel voor zijn en waarin nieuwe mensen altijd een kans moeten hebben.
FAQ 2: Vond je het iet leuk meer dan, wil je graag iets anders gaan doen?
Integendeel. Ik vind dit de mooiste baan die ik ooit gehad heb en zou juist voor alle mensen die ik ben tegengekomen en waarmee ik gewerkt heb eigenlijk het liefst nog heel lang doorgaan.
Juist op het Onderwijs en Welzijnsvlak heb ik echt genoten van de mogelijkheid om samen met veel mensen mooie dingen voor elkaar te krijgen in een tijdsgewricht waarin het in Den Haag harder wordt en knokken voor wat kwetsbaar is, minder op de meerderheidagenda staat.
FAQ 3: Werd het je soms te zwaar?
Ook al heb ik een gezin drie kinderen, dacht ik best wel eens dat ik graag wat vaker thuis zou willen zijn, vond ik sommige interne dingen wat minder uitdagend: nee het werd me niet te zwaar en ben nog steeds enthousiast.
FAQ 4: Wil je hogerop de politiek in?
Nee, ik sta wel als lijstduwer op de lijst voor GroenLinks in Oud-West en op een aanbevelingsplaats GroenLinks Stedelijk, maar dat is vanwege de naamsbekendheid die je als stadsdeelvoorzitter hebt bij de kiezer.
FAQ 5: Je wilt het zeker rustiger aan gaan doen want het zijn toch zeker tropenjaren?
Het rustig aan doen zit niet helemaal in mijn aard, ik wil ook graag snel weer wat nuttigs en uitdagends gaan doen en tropenjaren, ach: veel weg, veel doen, maar het leverde ook heel veel energie op.
FAQ 6: Weet je al wat je straks gaat doen, heb je al wat anders?
Nee.
En dat is rustgevend, spannend, leuk, uitdagend en eng tegelijk.
Ik heb met mezelf afgesproken dat ik daar pas echt concreet de dag na mijn afscheid mee aan de slag ga. Ik weet redelijk wat ik kan en wat ik leuk vind, maar zou het zonde vinden als mijn energie tijdens mijn laatste tijd in functie naar het nieuwe uit zou gaan, want dan ben ik in mijn hoofd al weg.
Wel denk ik daar in mijn achterhoofd vast over na, praat daar soms met mensen over en zal wat ik ga doen ongetwijfeld iets te maken hebben met iets op het vlak van waar ik me altijd voor ingezet heb.
FAQ 7: Is die campagnetijd voor jou nu niet heel raar?
Ja, je ziet het gebeuren, maar doet niet echt meer mee.
Anderen van jouw partij gaan de barricades op, je hoeft niet te reageren maar bent natuurlijk betrokken bij wat er speelt.
Soms is het wel heftig tot tien tellen als andere lijsttrekkers dingen over jou portefeuille gaan roepen en soms dingen zeggen die niet kloppen.
FAQ 8: Zie je er tegen op om weg te gaan?
Ja.
Ik voel me enorm verbonden met de mensen voor en met wie ik het deed en zie er tegenop om dat kwijt te raken.
Maar ik heb voor mezelf in huis een flink aantal klusjes bedacht: minstens 9 deuren en houten panelen in mijn huis moeten geschilderd worden en daar ga ik straks op afkicken.
Tegelijkertijd nu ik dit “verstandsbesluit” eenmaal genomen heb en het moment waarop het einde dichterbij komt, kriebelt er toch ook wel een beetje de uitdaging van de gedachte dat ik straks weer iets heel anders kan gaan doen.